
Aandacht en zorg voor uw kind
Interne begeleiding
Op onze school werken twee intern begeleiders; één IB-er voor de onderbouw en één voor de midden- en bovenbouw. Zij onderhouden een nauw contact met de leerkrachten over de ontwikkeling en de leerresultaten van de kinderen. Sommige kinderen hebben extra begeleiding nodig. Die extra ondersteuning wordt in principe gegeven door de eigen leerkracht, die daarbij ondersteund wordt door de intern begeleider. De ondersteuning van de intern begeleider aan de leerkracht bestaat uit hulp en advies over de manier waarop er met een kind of groepje kinderen gewerkt kan worden.
Wanneer een kind in aanmerking komt voor extra hulp, vindt er altijd overleg met de ouders plaats. De groepsleerkracht heeft hierbij een leidende rol. Een goed contact met de ouders vinden wij erg belangrijk.
De intern begeleider houdt driemaal per jaar een groepsbespreking met de leerkracht. Alle kinderen komen aan bod. In voorkomende gevallen worden handelingsplannen opgesteld om met een individueel kind te werken aan een opvallend probleem. De intern begeleider voert in overleg met de leerkracht ook extra toetsen en klassenobservaties uit om de leerkracht gerichter te kunnen ondersteunen. Hiernaast geven de signaleringen en registraties uit de leerlijnen Parnassys en het IEP-LVS (leerlingvolgsysteem) ons veel handreikingen om ieder kind te begeleiden en te volgen in zijn ontwikkeling.
Onder de taak van de intern begeleider vallen verder ook nog enkele overkoepelende werkzaamheden, waaronder de contacten met de andere scholen in het kader van ons Samenwerkingsverband Profi Pendi en Passend Onderwijs.
Ook neemt de intern begeleider deel aan het IB-netwerk. Hier vindt overleg plaats met intern begeleiders van andere scholen.
Als een leerling meer zorg nodig heeft dan we met de beschikbare middelen in het gewone basisonderwijs kunnen bieden, dan kunnen we in overleg met de ouders, het kind aanmelden voor een Multidisciplinair Overleg (MDO). Ouders, leerkracht, IB’er en externe deskundigen gaan met elkaar in overleg om onderwijsbehoeften in kaart te brengen en begeleidingsmogelijkheden te benoemen of te organiseren. Het MDO-overleg gaat nader bekijken welke zorg het beste bij uw kind past. Dit kan zorg binnen onze school zijn of een verwijzing naar een andere vorm van onderwijs.
Leerlingvolgsystemen en oudergesprekken
Tweemaal per jaar worden ouders uitgenodigd voor een verslagbespreking. Dit is in februari en in juni. De verslagen worden geschreven aan de hand van de Parnassys-leerlijnen, het IEP-LVS en ZIEN! voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze systemen zijn voor de leerkracht een leidraad voor het begeleiden en volgen van de ontwikkeling van uw kind.
Als er zich tussentijds bijzonderheden voordoen in de ontwikkeling van uw kind, dan zal de leerkracht u voor of na schooltijd aanspreken om een extra afspraak te maken. Dit verwachten wij andersom ook van ouders.
Aandacht voor getalenteerde kinderen
Onze school heeft twee talentcoaches. De talentcoaches begeleiden de leerkrachten bij het signaleren, diagnosticeren en begeleiden van (hoog)begaafde en getalenteerde leerlingen. De groepsleerkrachten kunnen op deze wijze zorgen dat talentvolle kinderen in de groep ook voldoende uitgedaagd worden. In bijzondere gevallen verzorgen de talentcoaches activiteiten voor kinderen met een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong en/of een bijzonder talent.
De talentcoaches nemen deel aan het toptalenten netwerk. Hier vindt overleg plaats met de talentcoaches van andere scholen uit het samenwerkingsverband.
Wat is passend onderwijs?
Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat leerlingen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperkingen. Kinderen volgen, als het kan, het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Als leerlingen ondersteuning nodig hebben, wordt dat, als het even kan, georganiseerd op de reguliere basisschool. Bijvoorbeeld met extra begeleiding of met aangepast lesmateriaal.
Als onderwijs op een speciale (basis)school nodig is, is dat ook mogelijk.
Wat is een samenwerkingsverband?
Om elk kind een passende onderwijsplek te bieden, werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband maakt onder meer afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden (opgenomen in de schoolondersteuningsprofielen, het zogenaamde SOP), welke kinderen een plek kunnen krijgen in speciaal (basis)onderwijs en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. Het samenwerkingsverband stemt de plannen af met de gemeenten in de regio.
Alle scholen voor regulier en speciaal (basis)onderwijs (met uitzondering van instellingen cluster 1 en 2) maken deel uit van een samenwerkingsverband. Dat samenwerkingsverband ontvangt vrijwel al het geld voor de ondersteuning in het onderwijs. Zij hebben in het ondersteuningsplan vastgelegd hoe ze het geld voor die extra ondersteuning inzetten.
Het onderwijs aan blinde en slechtziende leerlingen (cluster 1) en aan kinderen met gehoorproblemen of een taalontwikkelingsstoornis (cluster 2), wordt in een landelijk systeem georganiseerd.
Wat is de zorgplicht?
Schoolbesturen hebben zorgplicht. Dit houdt in dat ze verplicht zijn een passende onderwijsplek te vinden voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Deze zorgplicht is opgenomen in de Wet passend onderwijs.
Profi Pendi, het samenwerkingsverband (SWV), waar onze school bij hoort
Bij samenwerkingsverband Profi Pendi horen alle vestigingen van basisscholen en de scholen voor speciaal basisonderwijs in de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen en de vestiging van de Berg en Boschschool voor speciaal onderwijs cluster 4 in Houten. Ook behoren tot het samenwerkingsverband scholen voor speciaal onderwijs van cluster 3 en 4 waarvan de vestigingen gelegen zijn buiten het gebied van Profi Pendi. Deze scholen hebben ervoor gekozen aan het samenwerkingsverband deel te nemen, omdat er kinderen naartoe gaan die in onze regio wonen.
Doelstelling
Profi Pendi heeft als doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen, binnen en tussen de deelnemende scholen, te realiseren en wel zo dat alle leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en dat leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen.
Profi Pendi, uitvoering van de doelstelling
De schoolbesturen in het gebied van SWV Profi Pendi zijn zich bewust van hun zorgplicht.
Het uitgangspunt is dat kinderen thuisnabij onderwijs volgen op de reguliere basisschool. Daar zal men zich sterk voor maken. Dit zal niet altijd mogelijk zijn, want niet alle gespecialiseerde vormen van ondersteuning kunnen worden geboden binnen de scholen die gevestigd zijn in de regio. Doordat naast de scholen voor SBO en SO binnen Profi Pendi ook SO-scholen buiten deze regio deelnemen aan het samenwerkingsverband, kan worden voldaan aan de wettelijke plicht om voor leerlingen, die in verband met hun ondersteuningsbehoeften niet worden toegelaten tot een school in het gebied van het SWV, een andere school te vinden die bereid is de leerling toe te laten. Voor leerlingen die naast specifieke onderwijsbehoeften ook vormen van jeugdzorg nodig hebben, zijn met de gemeenten in de regio afspraken gemaakt. Maar dat niet alleen, de gemeenten en het onderwijs trekken nauw samen op als onderwijs en zorg elkaar nodig hebben.
Basisondersteuning op de scholen van Profi Pendi Basisondersteuning omvat de ondersteuningsvoorzieningen die alle scholen in het gebied moeten kunnen bieden. In het SOP van de school staat vermeld wat de school kan bieden.
Extra ondersteuning in het SWV
Naast de ondersteuning die de basisscholen kunnen bieden, kan het SWV meedenken over mogelijkheden voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit kan vaak worden gegeven op de eigen basisschool.
Het kan ook voorkomen dat plaatsing elders passender is, op één van de vier scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO). Daarnaast zijn er verschillende soorten scholen voor speciaal onderwijs (SO).
De route naar extra ondersteuning – Multidisciplinair overleg (MDO)
Overleg op de basisschool met ouders, leerkracht, IB’er en de Collegiaal Consultant uit het onderwijsexpertisecentrum (OEC) noemen we het Multidisciplinair Overleg (MDO). In de meeste van onze gemeenten is het gebruikelijk dat ook een lid van het jeugd/sociaal team (of breed sociaal loket) aanwezig is om ter plekke af te stemmen en afspraken te maken over een aanpak waar onderwijs en zorg elkaar raken. Ook andere deskundigen kunnen deelnemen. Het gaat erom dat alle belanghebbenden met elkaar komen tot een werkwijze om aan de benodigde ondersteuning tegemoet te komen.
Naar SBO of SO – toelaatbaarheidsverklaring
Om onderwijs te mogen volgen op een school voor SBO of SO, moet het SWV de leerling toelaatbaar verklaren. Daaraan vooraf gaan altijd enkele MDO ’s, waarin de deelnemers uiteindelijk met elkaar vinden dat plaatsing op een SBO of SO de beste ondersteuning biedt. Er worden altijd afspraken gemaakt tussen basisschool en de speciale (basis)school voor evaluatie en informatie om de leerling te volgen en zo mogelijk terug te plaatsen naar het regulier basisonderwijs.
Samenwerking met ouders
De concrete invulling van educatief partnerschap tussen school en ouders, is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van school en ouders samen. In de standaarden voor de basisondersteuning heeft het SWV wel een aantal voorwaarden benoemd voor constructieve samenwerking met ouders.
Medezeggenschap en passend onderwijs
Ouders en personeel van de scholen in het SWV hebben op twee niveaus medezeggenschap.
– Advies over het school ondersteuningsprofiel (SOP) door de MR van de school
– Instemming met het ondersteuningsplan door de Ondersteuningsplanraad (OPR) van Profi Pendi. Zie voor de actuele samenstelling van de OPR: www.profipendi.nl
Op www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl staat veel informatie over medezeggenschap.
Bronnen: www.passendonderwijs.nl, www.profipendi.nl en www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Vragen over school, vriendschappen, eten, gezondheid, opvoeding, pesten of geld?
Het CJG wil meedenken met vragen rondom opgroeien en opvoeden. Zowel ouders als jongeren en kinderen kunnen een beroep doen op het CJG. In het CJG werken het consultatiebureau, jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar van GGD Midden-Nederland en het maatschappelijk werk nauw met elkaar samen. Elke gemeente heeft een eigen CJG.
Het CJG is bereikbaar via de mail, per telefoon of je kunt binnenlopen op het inloopspreekuur. Adres, telefoonnummers en spreekuurtijden (zowel inloop als telefonisch) zijn te vinden op de website van het CJG van Houten: www.cjghouten.nl. De GGD is kernpartner binnen het CJG.
De GGD voor kinderen in het basisonderwijs
De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een gezonde groei en ontwikkeling van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Daarom onderzoekt de
GGD alle kinderen op verschillende leeftijden om zodoende mogelijke problemen in het opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen gesignaleerd worden, dan helpt de GGD bij het bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een doktersassistente.
Gezondheidsonderzoeken
Als uw kind aan de beurt is voor onderzoek, krijgt u bericht van de GGD. De standaard preventieve onderzoeken vinden plaats op het CJG en op school. In principe is het eerste onderzoek in de basisschoolleeftijd (in groep 2) met ouders op het CJG, daarna (in groep 7) zonder ouders op school. Bij kinderen uit groep 2 krijgen ouders direct de terugkoppeling. Bij kinderen uit groep 7 worden de ouders schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij wordt ook vermeld of er nog een vervolgcontact komt met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind op het spreekuur te komen.
Extra afspraak voor vragen, een onderzoek of gesprek
Alle ouders en kinderen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om een extra afspraak te maken bij de GGD. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of lichamelijke en/of geestelijke gezondheid van uw kind, voor onderzoek of een gesprek. Deze afspraken vinden plaats in het CJG. U kunt gebruik maken van de mogelijkheid voor een extra afspraak, als:
- u zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind
- het consultatiebureau aangeeft dat een onderzoek of gesprek gewenst is
- de leerkracht zich zorgen maakt en in overleg met u een afspraak op het spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD.
- het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek
In het eerste geval maakt u zelf een afspraak. In de overige drie gevallen ontvangt u een uitnodiging van de GGD.
Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen
Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u, van maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden, contact opnemen met de GGD. U wordt dan altijd dezelfde dag nog teruggebeld door een jeugdverpleegkundige.
U kunt de GGD bereiken op telefoonnummer 033 – 4600046.
De GGD biedt ook opvoedondersteuning. U vindt meer informatie op www.ggdru.nl
Vaccinaties DTP en BMR
In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR prik tegen bof, mazelen en rode hond.
Meer informatie: www.ggdmn.nl of mail naar jeugdgezondheidszorg@ggdmn.nl.
Verwijsindex
De verwijsindex is een systeem waarin hulpverleners en andere professionals de persoonsgegevens registreren van jeugdigen waarover zij zich zorgen maken. Dat zorgt ervoor dat jeugdigen die hulp nodig hebben tijdig worden opgemerkt en dat hun hulpverleners elkaar snel vinden.
Soms ondervinden kinderen of jongeren problemen tijdens het opgroeien. Om hen goed te helpen is een soepele samenwerking nodig tussen alle leerkrachten, hulpverleners en instanties. De Verwijsindex Midden Nederland houdt bij
of meerdere instanties hulp bieden aan dezelfde jeugdige en zorgt ervoor dat zij dit ook van elkaar weten.
Bescherming van uw privacy in de Verwijsindex
In de melding komen alleen persoonsgegevens als naam, geboortedatum en geslacht te staan. Daarnaast zullen ook de gegevens van de melder in de Verwijsindex komen te staan. Bij de melding komt dus niet te staan om welke reden uw kind vermeld staat in de Verwijsindex. Hulpverleners zullen uw instemming vragen indien zij onderling contact met elkaar willen zoeken.
Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens moeten deze gegevens goed beveiligd zijn. Daarom wordt er zeer zorgvuldig omgegaan met de gegevens van uw kind.
De registratie heeft een looptijd van maximaal twee jaar. Daarna gaat de registratie naar het archief, waar hij nog vijf jaar zal worden bewaard. Hierna zal de registratie automatisch verdwijnen uit het systeem.
